Spring naar inhoud

Nieuw project! Zorg voor Basisvaardigheden

Veel zorgprofessionals signaleren in hun dagelijkse werk dat patiënten en cliënten te laat of niet op de afspraak verschijnen, moeite hebben met het begrijpen van de zorgverlener en het lastig vinden om de gegeven adviezen op te volgen.

Dit kan komen omdat deze personen moeite hebben lezen en schrijven, en dit niet willen of durven te vertellen. Om hen goed te kunnen helpen is het van belang om laaggeletterdheid tijdig te herkennen, te weten hoe je hiermee omgaat en erover in gesprek gaat met de patiënt. Daar richt het programma Zorg voor basisvaardigheden zich op.

We richten ons in dit programma op laagtaalvaardige volwassenen met Nederlands als eerste taal (nt1). Dit zijn mensen die moeite hebben moeite met lezen en schrijven, maar vaak ook met rekenen en werken met de computer en andere digitale apparaten. Het blijkt dat deze groep mensen, en hun speciale zorgbehoeften, voor zorgprofessionals niet altijd makkelijk te herkennen is.

Vragen- en behoefteonderzoek

In het kader van het Tel mee met Taal- actieprogramma, inventariseren HANNN en Sardes de vragen en behoeften van enerzijds zorgprofessionals en anderzijds laaggeletterden als het gaat om herkenning en toeleiding. We gebruiken hierbij onder andere het netwerk van de conferenties Taal en Gezondheid die we de afgelopen jaren in Noord-Nederland hebben georganiseerd. Uit deze conferenties bleek dat er behoefte was aan praktische handvatten om laaggeletterdheid en beperkte basisvaardigheden beter te herkennen bij patiënten en/of cliënten.

Deze inventarisatie gebeurt door zowel een vragenlijst als persoonlijk contact. Vervolgens gaan we in gesprek met ervaringsdeskundigen (ex laaggeletterden) over hun ervaringen met zorgprofessionals en zorgaanbod.

Passend en relevant materiaal

Waar lopen laaggeletterden bij de zorgprofessionals tegen aan? Waar zouden zorgprofessionals zich bewust van moeten zijn?

En andersom: welke vragen hebben zorgprofessionals?
De verkregen informatie uit de nodige gesprekken, ingevulde vragenlijsten en verschillende bijeenkomsten, gebruiken we als input voor de organisatie van nieuwe bijeenkomsten en het ontwikkelen en vormgeven van een inventarisatie van het (regionaal) aanbod aan materialen. Het verhaal van de laaggeletterden zelf staat altijd centraal aangezien zij zelf immers het beste kunnen vertellen waar ze bij de arts tegenaan lopen.

Co-creatie

Om het uiteindelijke overzicht en materialen zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de behoefte en context van de zorgprofessionals werken we in co-creatie. Dit betekent dat we zorgprofessionals en ervaringsdeskundigen betrekken bij de ontwikkeling en vragen om input en kritische feedback op de materialen te geven.
Daarnaast verzamelen we praktijkvoorbeelden en verhalen van ervaringsdeskundigen die duidelijk maken hoe laaggeletterdheid en gezondheid met elkaar verbonden zijn.